In 1998 kochten de bedenkers van de Bennewerf, Jeroen en Antje van Oostrom, 7,4 hectare grond en een oude boerenschuur die zij omdoopten tot “De Loods”. De wens was om wonen en werken onder één dak met een jong gezin in een nieuwe Loods te combineren. Om dit financieel mogelijk te maken bedachten ze een nieuwbouwproject op Marken.
Omdat de gemeentelijke wegen nogal duister en tijdrovend bleken en de kost daarom wel erg lang voor de baat uitging werd vanaf 2005 gezocht naar een nieuwe geldschieter. Een partner werd gevonden in de Algemene Woningbouwvereniging Monnickendam (AWM), zodat ook de wens om huurwoningen in het project te realiseren in vervulling kon gaan. In 2006 werd een overeenkomst gesloten om de verdere ontwikkeling mogelijk te maken: de AWM kocht op voorhand 8 huurwoningen met hypotheek op de Loods en de gronden. Later bleek dit een illegale constructie te zijn: de AWM had niet voor bank mogen spelen.
De overeenkomst werd in 2009 verlengd met 2 jaar omdat nog steeds geen zicht was op een snelle ontwikkeling. Maar ook in 2011 was dat zicht op de bouw er nog steeds niet en raakte de AWM het geduld kwijt. Om het onroerend goed niet kwijt te raken op een door de AWM gearrangeerde executieveiling, werd in 2012 de grond en de Loods overgedragen aan de AWM met daaraan gekoppeld een samenwerkingsovereenkomst. De afspraak was dat de AWM 11 woningen zou krijgen en de familie van Oostrom de winst na verkoop van de resterende woningen. Het project zou gezamenlijk verder worden ontwikkeld.
In 2012 kwam in de publiciteit dat de directeur van de AWM niet erg goed op de winkel had gepast en de Raad van Toezicht had zitten slapen: de rentelasten van de opgebouwde schuld van € 65,7 miljoen bleken te zwaar te drukken op de opbrengst van de woningvoorraad van, ondertussen, 1000 woningen. Een fusie met de Wooncompagnie bleek onvermijdelijk. Pas recent kwam de advocaat van de familie van Oostrom er achter dat de AWM al vanaf 2010 onder verscherpt toezicht stond en de afspraken in de samenwerkingsovereenkomst nooit had mogen maken: het ontwikkelen van commercieel vastgoed was al vanaf 2010 verboden, sociale huurwoningen moest weer de “core business” worden.
De familie raakte begin 2012 gebrouilleerd met de AWM vanwege de kritiek die ze had op de manier waarop werd geprobeerd de ontwikkeling vlot te trekken: veel te duur en met weinig tot geen resultaat. Er kwamen geen uitnodigingen meer voor de vergaderingen van het bouwteam.
Er bleek geen redden meer aan en op 1 juli 2014 was de fusie met de Wooncompgangie een feit. Nog geen etmaal later lag er een faillissementsaanvraag in de mailbox van Jeroen en Antje. Zonder ook maar één keer te overleggen probeerde de Wooncompagnie de familie via de rechter buiten spel te zetten. De van Oostrom’s hadden uiteraard geen geld voor juridische bijstand, maar door een fout van de advocaat van de Wooncompagnie werd de faillissementsaanvraag afgewezen. Daarna volgde een kort geding om de Loods te laten ontruimen, dit werd wel toegewezen en in juli 2015 volgde de ontruiming. Gelukkig had de rechter nog wel afgedwongen dat een huurwoning beschikbaar werd gesteld, anders had het gezin op straat gestaan.
Vanaf het moment van de fusie probeerden Jeroen en Antje te redden wat er te redden viel en in het voorjaar van 2015 waren er inderdaad partijen gevonden die samen met hen in het project wilden stappen, de Wooncompagnie weigerde echter ook om met deze partijen te praten.
De ontruiming was klaarblijkelijk nog niet genoeg: in december kwam een dagvaarding met de eis tot terugbetaling van € 1,1 miljoen en de stelling dat het mislukken van de Bennewerf te wijten was aan de familie van Oostrom. Niets over door de AWM niet nagekomen afspraken en het stilleggen van de ontwikkeling van de Bennewerf, de werkelijke reden van het mislukken van het project. Gelukkig werd een advocaat gevonden die de verdediging op zich wilde nemen, anders was het tweetal bij verstek veroordeeld en had geen mogelijkheden gehad om haar kant van het verhaal te vertellen aan de rechtbank. Binnenkort is de mondelinge behandeling van de zaak.