De bedenkers van het plan, Jeroen en Antje van Oostrom, deden in 2000 actief mee aan de totstandkoming van het Leefbaarheidsplan voor Marken. Dit initiatief van de gemeente Waterland was bedoeld om te inventariseren hoe de leefbaarheid op het voormalig eiland op peil gehouden kon worden. Al bij de eerste bijeenkomst bleek dat vooral het chronisch tekort aan woningen een groot probleem vormde: er was een massale uittocht gaande van jongeren vanwege het ontbreken van geschikte woningen. Deze diende gestopt te worden. De voorspellingen van toen zijn ondertussen uitgekomen: de helft van de jeugd is naar elders vertrokken. Deze ontgroening heeft catastrofale gevolgen voor de gemeenschap: het aantal leerlingen op de basisschool is drastisch gekelderd en ook de sportclubs hebben last van de bevolkingsafname. In 30 jaar tijd is de bevolking geslonken van ruim 2400 inwoners naar iets meer dan 1800, oftewel 25%. Dit terwijl in de rest van de regio geen sprake is van krimp. Deze cijfers zijn gebaseerd op de omvang van de huisartsenpraktijk tussen 1985 en 2015.
Om de ontgroening te keren moest de woningvoorraad drastisch worden uitgebreid: er volgde een bouwopdracht van 85-90 woningen in zowel het streekplan Noord-Holland Zuid als het bestemmingsplan Marken.
Om te inventariseren of er politieke steun zou zijn voor een nieuwe terp werd in 2001 begonnen met overleg met inwoners van Marken die actief waren in de Waterlandse politiek, dit resulteerde in 2002 in een inspraakreactie op het voorontwerpbestemmingsplan Marken. De Bennewerf werd opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan Marken.
Pas in 2005 werd het bestemmingsplan Marken vastgesteld. Nog datzelfde jaar haalde de Raad van Staten een streep door alle bouwlocaties omdat de gemeente had verzuimd om de het precieze aantal te bouwen huizen op te nemen. Dit werd gerepareerd in het “Woningbouwprogramma tot 2020” wat in 2006 werd aangenomen. De Bennewerf stond op de tweede plaats, te bouwen voor 2014.